Iedereen naar vermogen een bijdrage leveren aan de maatschappij

 

VVD was blij met de inhoud van de nota maatschappelijk nuttig werk. Ook al bevat de nota niks nieuws. In die zin is het wel een kunst dat het college iedereen overstuur en in de gordijnen heeft kunnen krijgen (van vrijwilligersorganisatie tot clientenraad en welzijnsinstellingen). Voor de VVD geldt dat iedereen rechten heeft maar ook plichten. Daar voldoet deze nota aan. Het college heeft de tekst van de nota nog gewijzigd na alle commotie, maar qua visie en intentie is er niks veranderd. Het was wat de VVD betreft dan ook overbodig.
De VVD heeft het idee dat iedereen een andere nota gelezen heeft dan nu voor ligt. In het stuk komt nergens het woord dwang en drang voor. De insteek dat iedereen, naar vermogen, een bijdrage moet leven aan de maatschappij, kan de VVD van hart onderschrijven. Iedereen legt de nadruk op het woord “moet”, maar de VVD legt het accent op “naar vermogen”. Er wordt maatwerk geleverd. Als het vermogen nul is, door omstandigheden, dan is de bijdrage ook nul. Niets meer en niets minder! 
Hoogleraren aan de universiteit van Nijmegen hebben ook eerder al gezegd dat wederkerigheid in een zorgrelatie het effect van de geboden zorg verbetert. Wederkerigheid staat ook gewoon in de Wet (WMO). En is het zo erg om iets terug te doen voor een ander? Want dat is wederkerigheid. Wat de VVD betreft niet! De clientenraad wil mensen niet laten verkommeren, dat zou gebeuren volgens de clientenraad omdat ze bijvoorbeeld vrijwilligerwerk doen. De VD vindt dat onzin. Niet meedoen aan de maatschappij, niet naar mensen omkijken, dat is pas mensen laten verkommeren.
De reactie van de clientenraad en PEL is een Pavlov-reactie. Op basis van gevoel en niet op basis van feiten uit de beleidsnota. Deze nota zou er voor zorgen dat de solidariteit onder druk komt te staan en het draagvlak voor de bijstand zou verminderen. De VVD is van mening dat het juist omgekeerd is. Door deze beleidsnota wordt de solidariteit en het draagvlak groter!
De VVD wil met betrekking tot het faciliteringsbudget nog wel weten hoe groot dat gaat worden en wat er precies uit betaald gaat worden. Het moet niet zo zijn dat er een enorme versnippering ontstaat op het gebied van de ondersteuning van vrijwilligers. En het moet ook niet zo zijn dat opeens allerlei organisaties extra structureel gesubsidieerd moeten worden. Dat kan niet de bedoeling zijn. Het kenmerk van particuliere initiatieven is dat ze particulier zijn, dat moet je niet allemaal gaan institutionaliseren en subsidiëren.